De geschiedenis van pils

Het ontstaan van pils

Het eerste pilsje was al gebrouwen in 1842, Pilsener Urquell. Dit pils werd gebrouwen in Tsjechië, in het stadje Pilsen. Hier heeft het bier zijn naam aan te danken.

Pils is een ondergistend bier waardoor het in die tijd moeilijk te brouwen was. Het proces van een ondergistend bier vindt plaats bij lage temperaturen, van 4 tot maximaal 12 graden. Het waren daarom ook de brouwers van Midden-Europa die zich het eerst aan ondergistend bier konden wagen, door de 's winters koude temperaturen. 

Pils in Nederland

Vanaf 1850 vonden ondergistende bieren vanuit Duitsland de weg naar Nederland. Maar het bleef lastig om een pils met dezelfde smaak en kwaliteit te brouwen.  

Langzaam begonnen ook de Nederlandse brouwerijen deze inmiddels populaire manier van brouwen over te nemen. Zo adverteerde de Amerfoortsche Beijersch Bierbrouwerij in de winter van 1873 of mensen maar alsjeblieft ijs wilden leveren zodat de brouwerij weer een tijdje vooruit kon.

Toen er aan het eind van de 19e eeuw koelmachines ter beschikking kwamen kon pils makkelijker gecontroleerd worden. Hierdoor kon een constante stroom van ondergistend bier van precies dezelfde smaak en kwaliteit in grote hoeveelheden op weg naar dorstige klanten. 

Bij de Amerfoortsche Beijersch Bierbrouwerij waren vanaf dat moment de rollen omgedraaid, zij hadden geen ijs meer nodig. Het was zelfs zo dat zij hun overtollige ijs in de zomer verkochten. Met dat ijs konden mensen hun kelders koelen en dus ook in de 's zomers een koud drankje schenken.

Het succes van pils

Een belangrijke factor in het succes van pils was de industrialisering van de glasproductie, waardoor drinkglazen voor een groter publiek betaalbaar werden. De heldere pils werd door veel mensen aantrekkelijker gevonden dan de troebele bieren, die men kort daarvoor nog dronk uit ondoorzichtige bekers. 

In Nederland is pils al een lange tijd het meest gedronken bier. Tegenwoordig wordt pils steeds iets minder gedronken door de opkomst van de speciaalbieren.