Brouwerij Lamot was een bierbrouwerij uit Mechelen (België).
Type brouwerij
Productiebrouwerij
Actief
Nee, in 1994 gesloten (367 jaar actief geweest)
Straat
Van Beethovenstraat 10
Plaats
Provincie
Land
Overgenomen door
De 23 personeelsleden van de Brouwerij Lamot in Mechelen hieven op 22 december 1994 samen met Brouwmeester Emiel Philips en Explotatiedirekteur Kris De Craene het laatste glas. Daarmee rondden zij een brok Bierbrouwersgeschiedenis af, die in Mechelen 367 jaar heeft geduurd.
Geschiedenis
Deze ambachtelijke brouwerijen waren samen goed voor een jaarlijkse productie van 60.000 hl. Ze werkten bijna uitsluitend voor de lokale markt. Enkele bekende namen: Den Roozenhoed op de Haverwerf, Den Leeuw en De Kroon in de Steenstraat, welke daar gevestigd was sinds 1627, St. Joris in de Guldenstraat en de Karpel in de Lange Schipstraat, alle aan de Dijleoevers.
In de 20e eeuw heeft een nieuwe schaalvergroting er voor gezorgd dat vele destijds moderne brouwerijen op hun beurt de deur moesten sluiten. Er zijn er al enkele vernoemd. Andere bekende namen die verdwenen zijn: Brouwerij-Mouterij C. Jacobs met de ‘Brasserie Winketpoort’, Brouwerij Feremans aan de Tevurensteenweg, Brouwerij Windelincx, later Brasserie St. Jean aan de Brusselsensteenweg en Versailles aan de Battelsensteenweg, opgericht door de Onafhankelijke Herbergierbond ‘De Cocq’, 't Hamerken in de Hanswijkstraat naast de kerk, werd in 1924 gesloten. In 1924 verdween La Vigne van brouwer Verheyden aan de Vijfhoek van de kaart.
Herberg De Rolaf
Petrus Jacobus Lamot erft rond 1796 de herberg "De Rolaf" van Petrus Lamot en Maria-Catharina Vellemans. Petrus Jacobus Lamot start vanaf 1802 hier ook een bierbouwerij, vernoemd naar de herberg, Brouwerij de Rolaf. Na de dood van Petrus Jacobus Lamot in 1815 verkopen zijn kinderen de brouwerij aan hun oom Jan-Baptist Lamot en zijn oudste zoon Johannes-Baptist Lamot wordt de brouwer van De Rolaf. Minandus Lamot, eveneens een zoon van Jan-Baptist Lamot koopt de Brouwerij het Canton te Klein-Willebroek.
Brouwerij de Kroon
In 1855 verwierven de neven Charles en Richard Lamot de meerderheid van de aandelen van Brouwerij de Kroon, bestemd voor het brouwen van bieren van hoge gisting, en in 1858 kochten ze nog een Mechelse onderneming, Brouwerij de Plein. Kort daarop werd Charles Lamot de enige eigenaar van beide Brouwerijen, die hij samenvoegde tot Brasseries et Malteries de la Couronne et de la Pleine, kortweg Brouwerij de Kroon en de Plein.
Joanna-Constancia Lamot, dochter van Johannes-Baptist Lamot huwt in 1864 met haar neef Edouard Guilelmus Lamot, zoon van Minandus Lamot, en zetten samen de Brouwerij de Rolaf verder. In 1870 vernieuwt Edouard Guilelmus Lamot De Rolaf tot een stoombrouwerij en brouwerij voor bieren van hoge gisting.
In 1874 wordt Richard Lamot de nieuwe eigenaar van de Brouwerij de Kroon en de Plein. In 1874 kwam het tot een splitsing, na enkele jaren samenwerking. Richard Lamot stichtte een nieuwe brouwerij in de Drabstraat onder de benaming De Dijle (zie Drabstraat nr. 1), terwijl Charles Brouwerij de Kroon behield. In 1904 werd Brouwerij de Plein gelegen op de hoek van 't Plein en de Zoutwerf, geannexeerd.
Louis Lamot, zoon van Edouard Guilelmus Lamot wordt in 1891 eigenaar van De Rolaf en verandert de naam in Brouwerij Lamot-Van den Bril.
Brand
Brouwerij de Zwaan wordt op 22 oktober 1911 grotendeels verwoest door uitslaande brand. De gebouwen waren eigendom van de familie Lamot-Roestenberg. Ook de magazijnen van granen en hop in het Zwaanstraatje gingen in vlammen op. Brouwer Lamot verwerft in de directe omgeving zowat alle huizen aan de Steen-, de Zwaan-, de Stoof- en de St. Annastraat. Geleidelijk werd de ganse buurt van de kaart geveegd. Ook de Brasserie de la Couronne, welke herinnerde aan de voormalige gelijknamige brouwerij, werd geïntegreerd in de gebouwen.
De vader van Charles, Minandus, bezat toen Brouwerij het Canton te Willebroek en de vader van Richard, Johannes Baptist, was toen de eigenaar van Brouwerij de Rolaf te Boom.
Na de dood van Charles Lamot in 1906 nam zijn zoon César Lamot de bloeiende zaak over en werd 1913 een mouterij gebouwd te Boom.
Net vóór de eerste wereldoorlog bedroeg de jaarlijkse produktie reeds 30.000 hl. terwijl in 1922 de gebouwen worden gemoderniseerd en een nieuwe brouwzaal geïnstalleerd, voor het brouwen van lage gistings bieren. Pilsor Lamot en Export Lamot waren zeer gewaardeerd in de bierminnende wereld. Minder goed beviel het Bocq-bier. Toen steeg de productie naar 70.000 hectoliter of een jaarlijkse storting van 1 miljoen kg.
Ltd
Vanaf toen koos men voor overnames om zodoende de groei te realiseren. César Lamot sloot in 1924 een akkoord met Louis Lamot, eigenaar van Brouwerij de Rolaf uit Boom. Na deze fusie kende de brouwerij een enorme expansie door diverse overname en de produktie steeg enorm. In 1927 trokken de vroegere eigenaars van Brouwerij de Kroon en de Plein zich uit de zaak terug. Louis Lamot kreeg, samen met zijn zoon Julien, het beheer over de Brouwerij, die vanaf dan de naam Lamot Limited droeg met zetel te Londen. Tussen 1935 en 1970 werden niet minder dan dertien brouwerijen opgekocht.
Het statige herenhuis in de Guldenstraat dat in 1791 gebouwd werd voor rekening van Willem Van Segvelt, een gefortuneerde koopman, wordt in 1931 opgekocht door de brouwerij om er kantoren in onder te brengen. Hierdoor kwam in 1932 de hoofdzetel van "Lamot Ltd" terug naar Mechelen.
De brouwerij van Aldolphe Lamot, Brouwerij den Arend te Boom, kwam in 1935 bij de Lamot-groep samen met talrijke eigen cafés.
1940-1944
De Duitse bezetting verhindert niet dat er 'gewoon' verder gebrouwen wordt. De ‘moffen‘ hadden namelijk ook dorst. De duitsers bezorgden de nodige grondstoffen en de zaak ging rustig verder. De eigen klanten werden bevoorraad met clandestien gebrouwen bier onder codenaam ‘SOOIKE’. De met ‘S’ gemarkeerde vaten kon men onderscheiden van het officieel te leveren bier aan de Duitsers. September 1944: de bevrijding, feestvreugde alom ook in de brouwerij. Amerikanen en Canadezen kwamen aanzetten met allerhande tonnen van diverse merken, welke ze op hun zegetocht verzameld hadden om ze te laten vullen bij Lamot.
Gepasteuriseerd bier
Julien Lamot en onderdirecteur VereIst vertrekken in 1945, direct na de oorlog, voor 3 maand naar de States. Ze kwamen niet met lege handen terug, maar voorzien van de nodige ‘know-how’ zodat Lamot als 1ste op de markt kwam met gepasteuriseerd bier. Broer Willy Lamot, brouwer te Boom, specialiseerde zich in de zwaardere bieren zoals Burton, Pale 7&5, Stout 7&5, Faro en Christmas. Het was de brouwerij te Mechelen die als verdeler optrad om zijn eigen cafés te bevoorraden.
Meerderheidsparticipatie Bass
In 1970 nam de Engelse groep Bass Charrington een meerderheidsparticipatie in de Brouwerijen Lamot. Lamot beleefde in die periode een complete verjongingskuur. De bottelarij, overgebracht naar de Eggestraat, in de gewezen fabriekshallen ‘Leyland Triumph’, werd aangepast aan de nieuwste technieken. Ook het kantoor vond er onderdak. Dit zou voor beide maatschappijen de nodige aanpassingen ten gevolgen. Zo werd bijv. Bass Pale Ale en Bass-Stout opgenomen in het distributienet van de Brouwerijen Lamot, terwijl anderzijds de Pilsor Lamot door Bass in Engeland werd geïntroduceerd.
De Brouwerij Lamot te Boom kon zich moeilijk staande houden. Ze werd door Bass Charrington overgenomen in 1970, welke de deuren sloot in 1971.
In 1974 werden de Esso Motor Hotels in België aangekocht en in 1975 de maatschappij Canada Dry. Al deze maatschappijen werden op 31 mei 1975 samengevoegd tot één groot concern: Bass Belgium N.V. met maatschappelijke zetel in de vroeger brouwerijen Lamot te Mechelen.
Nieuwe afvul- en distributiehal
In 1977 werd op ongeveer 3 kilometer van het brouwerij een terrein (65.000 m²) met gebouwen aangekocht in het Industrieterrein te Mechelen-Zuid. Hier verrees in 1978 het Bass Productie Center. Het bier werd in Tankwagens van 25.000 liter van Brouwerij Lamot naar dit Center gebracht voor verdere behandeling, zoals Lagering, Filtratie, Afvullen op flessen en vaten, Opslag en Distributie.
Verkoop aandelen
Toen de afzet stagneerde verkochten ze rond 1980 hun aandeel en dat van Lamot aan Piedbœuf uit Jupille en werden de Bass- en Lamotbieren door deze Groep in hun Assortiment opgenomen. Toen Piedbœuf en Stella Artois een alliantie aangingen ontstond de naam Interbrew. Gevolg: Lamot was van de kaart geveegd.
Vanaf 1994 werd er gestopt met brouwen op de Mechelse locatie.
Sloop
In juli 2001, werd de Lamot-site met de grond gelijk gemaakt na jarenlange leegstand, op 3 gedeelten na. Op de vrijgekomen ruimte verrees een nieuw gebouwencomplex “als een ‘feniks’ uit haar as, met een hotel, een winkelcentrum, een ondergrondse parking, 33 appartementen en 7 stadswoningen.
Brouwerij Lamot heeft 10 overnames gedaan. De eerste overname door Brouwerij Lamot werd gedaan in 1946 (Bierbrouwerij Tivoli) en de laatste in 1969 (Bierbrouwerij Het Canton). Bekijk hieronder de lijst met alle overnames door Brouwerij Lamot.
Bekijk de volledige lijst met overnames
Zie minder overnames