Na het kronen van je eigen gebrouwde bier moet je minimaal twee maanden wachten. Het bier moet rijpen, de sterke kantjes moeten er af: een smaakevolutie in de fles. Genoeg tijd om aan de slag te gaan met de presentatie!
Op een bierfles hoort een etiket, anders weet je niet wat erin zit. De wereld van de etiketten is groot, zo zijn er etiketten verzamelaars, etikettenruilbeurzen en "how to" filmpjes om het etiket te verwijderen.
Een paar dingen mogen niet ontbreken op een etiket zodra je in Nederland je bier wilt verkopen. Eén daarvan is de accijns categorie. Zo staat er bijvoorbeeld op een Quadrupel van La Trappe "cat. S" en op de Blond van La Trappe "cat. I". De categorie S is hoog, gevolgd door categorie I en II. Voor een tafelbiertje is er categorie III. Als consument heb je er niks aan, maar het moet wel op het etiket staan.
Nieuwe brouwers hebben vaak de mooiste etiketten. Deze brouwers streven naar unieke smaken en gebruiken dus unieke ingrediënten. Dit wordt dan om marketingtechnische reden op het etiket gezet. Moutsoorten, hopsoorten, het gistras en andere toevoegingen, het staat er allemaal op. Voor hobbybrouwers is dit nuttige informatie want hiermee kan je inspiratie opdoen voor je volgende recept!
Toch zit het met niet helemaal lekker. Een paar cijfertjes zeggen mij namelijk te weinig over de smaak. En nog belangrijker: de smaak van bier evolueert. Een biertje waarop staat "een heerlijk fris bier met fruitige nasmaak en tonen van rozijnen" kan een jaar later beter omschreven worden als "een bier voor donkere dagen, een aroma van port, de afdronk met een toets van donker fruit en vanille".
Mijn broeders uit Westvleteren hebben de oplossing: geen etiket, een dopje als de kroon op het werk is meer dan genoeg. Hoe het smaakt? Beleving, daar gaat het om! Het verhaal, de emotie, dát krijg je niet op een flesje geplakt. Bier moet je ervaren, degusteren zoals de Belgen dat noemen.
Frans Fillius is een hobbybrouwer. Eerder schreef hij "De droom van iedere man".