Umgebung

Spelregels van Umgebung

Iedere speler krijgt alle kaarten van één bepaalde soort. Dus speler 1 krijgt alle harten, speler 2 alle schoppen enz. Bij meer dan vier spelers moet je er een tweede kaartspel bij pakken.

Ga om een tafel zitten. Alle spelers leggen hun stapel kaarten gesloten voor zich op tafel. Trek allemaal tegelijkertijd de eerste kaart van de stapel. Het is de bedoeling dat iedereen zo snel mogelijk kijkt of er cijfers of plaatjes van alle getrokken kaarten gelijk zijn.

Merk jij dubbele cijfers of plaatjes op dan sla je zo snel mogelijk met je hand midden op de tafel, de rest legt zo snel mogelijk hun hand op die van jou. Degene die bovenop ligt moet een atje nemen. Als alle kaarten op zijn schudt iedereen zijn stapel en kan je aan de volgende ronde beginnen.

Extra regels:

• Dit spel gaat zo snel dat je al snel een beweging naar het midden maakt (zonder dat er daadwerkelijk een koppel is). Maak je onterecht een vlugge beweging? Dan moet je één shotje nemen
• Als er twee tienen op tafel liggen betekent het dat er dubbel gedronken moet worden door de verliezer
• Als er meer dezelfde kaarten op tafel liggen dan verhoogt dat ook het aantal shotjes. Bijvoorbeeld twee drieën is één keer drinken, drie drieën is twee keer drinken, vier drieën is drie keer drinken enz.
• Als je dus drie tienen op tafel liggen moet de verliezer dus vier keer drinken (dubbel!)
• Bij twee koppels wordt er ook verdubbelt. Bijvoorbeeld twee vieren en twee achten is ook dubbel.
• Bij de combinatie met dubbel tien, bijvoorbeeld twee vieren en twee tienen, wordt er vier keer gedronken!