Wanneer je voor het eerst in je leven een biertje drinkt, doe je dat waarschijnlijk niet om te genieten van de smaak. De meeste jongeren starten met het drinken van bier om de alcohol die het bevat. Nadat je wat ervaring hebt opgedaan met het drinken van bier en het meer weet te waarderen, ga je steeds beter letten op de smaak. Naast pils zijn er talloze speciaalbieren op de markt om aan deze verschillende smaakbehoeften te voldoen.
Buiten de smaak die je inmiddels weet te waarderen, geniet je natuurlijk nog steeds van de alcohol die het drankje bevat. Wat is alcohol eigenlijk precies, hoe wordt het in je lichaam opgenomen en afgebroken, wat zijn de effecten van alcoholinname en wat zijn de risico's van langdurig overmatig alcoholmisbruik? Biernet legt het je uit!
Alcohol is een natuurproduct dat ontstaat door gisting van gerst (bier) of druiven (wijn). Dit natuurlijke gistingsproces stopt bij ongeveer 15% alcohol en wordt een zwakalcoholhoudende drank genoemd. Door verhitting en afkoeling van een zwakalcoholhoudende drank (distilleren) kunnen hogere alcoholpercentages ontstaan, welke in sterke drank voorkomen.
Als er in het dagelijks leven sprake is van alcohol, wordt hiermee ethanol bedoeld. Ethanol is kleurloos, smaakloos en reukloos. Het heeft een lagere kooktemperatuur dan water, en daarom is het vluchtiger.
Als je een slok van je bier neemt, komt de alcohol via je slokdarm in je maag terecht. Via de maagwand wordt 20% van de alcohol in je bloed opgenomen. Als je maag gevuld is, duurt het langer voordat de alcohol opgenomen wordt, en het gaat ook meer geleidelijk. "Een goede bodem" is dus geen fabel, maar is in die zin wel echt effectief. Op een lege maag drinken zorgt er dus voor dat je je sneller dronken bent en voelt. De rest van de alcohol gaat via je maag door naar je dunne darm. Hier wordt het snel in je bloed opgenomen. Na de dunne darm gaat het bloed naar je lever, waar de alcohol wordt afgebroken. Na ongeveer 10 minuten bereikt de alcohol via je bloed je hersenen. Nu ben je onder invloed.
Toch heeft de inname van eenzelfde hoeveelheid alcohol op iedereen een andere uitwerking. Het zogeheten bloedalcoholgehalte (BAG) is het aantal gram alcohol per liter bloed. Hier wordt de alcoholpromillage mee bepaald. Dit promillage kan per persoon verschillen, uitgaande van eenzelfde hoeveelheid genomen alcohol. Bijvoorbeeld doordat alcohol verdeeld wordt over de totale hoeveelheid lichaamsvocht. Iemand die minder weegt heeft dan in verhouding meer alcohol, dan een zwaarder iemand. Ook heeft het geslacht invloed op het BAG. Per lichaamskilo heeft een vrouw minder vocht dan een man. Alcohol wordt daardoor bij een vrouw minder verdund dan bij een man. Het is dus geen fabel dat vrouwen gemiddeld sneller onder invloed zijn. Zoals genoemd is maagvulling ook van invloed. En als laatst zijn ook de lichamelijke conditie en eventueel medicijngebruik van invloed op het BAG.
Je lever breekt meer dan 95% van de geconsumeerde alcohol af. De rest verlies je via urine, adem en zweet. Gemiddeld doet je lever er 1 tot 1,5 uur over om een alcoholconsumptie te verwerken. Wees je er dus bewust van dat je 's ochtends na een avondje stappen nog steeds onder invloed kunt zijn! Handig om te weten als je na een wilde avond stappen naar je werk moet rijden...
Zodra de alcohol je hersenen via je bloed heeft bereikt, ben je onder invloed. De manier waarop zenuwen signalen aan elkaar doorgeven, wordt beïnvloed door alcohol. Overdrachtstoffen worden gebruikt voor de overdracht van signalen. Alcohol beïnvloedt vooral de werking van twee soort overdrachtstoffen: gamma-aminoboterzuur en glutamaat.
Alcohol verdooft dus als het ware de hersenen. Remmingen kunnen wegvallen, je geheugen gaat (tijdelijk) achteruit, je voelt je zelfverzekerder en je kunt je minder goed concentreren. Bij het consumeren van meer drank, zijn de gevolgen ook sterker.
Gematigd gebruik is best goed voor de gezondheid. Het heeft een beschermend effect op het ontstaan van hart- en vaatziekten door een verbeterde cholesterolverhouding en het minder snel klonteren van het bloed. Het is nog onduidelijk voor welke soorten alcohol dit geldt.
Bij een veel te grote inname in korte tijd kunnen de gevolgen desastreus zijn. Zo kan leververvetting al na enkele dagen te veel drinken optreden (bijvoorbeeld tijdens een festival of een feestweek). Leververvetting is een ophoping van vet in de lever. Hierdoor kan de lever gaan zwellen en kun je veel pijn ervaren en een slechte eetlust hebben. Je voelt je misselijk, je moet braken en soms krijg je zelfs geelzucht. Gelukkig kan de lever zich herstellen als er op tijd gestopt wordt met drinken. Het opgestapelde vet verlaat dan de lever weer.
Als je langdurig veel alcohol nuttigt heeft dat helaas allerlei negatieve effecten. Je hebt kans op een hoge bloeddruk, leveraandoeningen, een hersenbloeding, diverse soorten kanker, orgaanbeschadigingen, verslaving en andere klachten omtrent je gezondheid.
Voor een paar organen zijn de beschadigingen duidelijk te onderscheiden. Zo heeft alcoholmisbruik een zwaar negatief gevolg op de hersenen. Je geheugen gaat achteruit, je denkt trager en je kunt je minder goed aanpassen aan onbekende situaties. Het volume van de hersenen kan zelfs tot 15% krimpen. In combinatie met een tekort aan vitamine B1 kun je onherstelbare hersenschade oplopen. Korsakov is de meest ernstige vorm. Hierbij lijd je aan geheugenverlies, verlies van het vermogen iets nieuws te leren, en je hebt een gestoord begrip van tijd en plaats.
De afbraakfunctie van de lever kan ook verstoord worden door overmatig alcoholgebruik. Je hebt kans op leverontsteking, ook wel alcoholhepatitis genoemd. Als je jarenlang teveel drinkt, creëer je een risico om levercirrose te krijgen. De normale structuur van de lever wordt meer en meer vernietigd en er ontstaat littekenvorming. Nu functioneert de lever niet meer goed, omdat de afbraak van alcohol prioriteit heeft gekregen op de afbraak van andere giftige stoffen, die ook afgebroken moeten worden. Levercirrose is ongeneeslijk en heeft vaak een fatale afloop.
Te lang te veel drinken kan ook het slijmvlies van de maag beschadigen. Het kan leiden tot een maagvliesontsteking of een maagzweer. Als je stopt met drinken, of je mindert enorm, terwijl je gewend was vrij veel te drinken, kun je last krijgen van ontwenningsverschijnselen. Hierbij krijg je vaak last van je maag, maar gelukkig is dit meestal van korte duur.