Bierbrouwerij Oud Beersel

Achtergrond informatie

Het verhaal van Oud Beersel begint rond 1880.
 

Het gouden idee

Volgens de verhalen werkte Henri Vandervelden als seizoenarbeider in Brouwerij de Kroon te Ukkel. Daar het brouwen van lambik zich afspeelt speelt zich van oktober tot april, i.v.m. de daarvoor benodigde weersomstandigheden, werd als zomer- en najaarsarbeid het plukken van fruit op gehuurde boomgaarden gedaan voor de verkoop. Zo kwam hij op het idee zijn beide beroepen te combineren en zelf bier te bewerken.

Zelf zijn stenen bakken

Hij kocht aan de Kasteelstraat te Beersel een stuk grond dat bijzonder geschikt was voor het bakken stenen en liet steenbakkers uit Vlaanderen de stenen bakken waarmee zijn brouwerij mee zou worden gebouwd. Rond 1882 waren zijn woonhuis en zijn brouwerij klaar, zodat dit als stichtingsjaar mag beschouwd worden. Henri had vijf zonen. De oudste, Egidius, huwde de dochter van Jeromius Hofman.

Suikerbieten

Kort voor Eerste Wereldoorlog ging Egidius zelf lambik brouwen. Dit in 't klein in een primitieve installatie, die hij zelf uit tweedehands onderdelen in mekaar had geknutseld. Omdat het tijdens de oorlog verboden was tarwe te gebruiken, feitelijk een onmisbare grondstof voor lambik, werden gemalen en geëeste suikerbieten gebruikt als vervanging. Samen met hop en in 't geniep toch een beetje tarwe, gaf dit een toch te drinken bier, wel met een lager alcoholpercentage. Egidius verbouwde na de oorlog in 1922 de boerderij om tot brouwerij.

'Capsulekes'

Egidius Vandervelden was de eerste die gebruik maakte van kleine flesjes met kroonkurk, de zogenaamde 'capsulekes'. In de periode 1930 - 1940 vulde hij hier reeds kriek in af, die hij destijds aanzoette met suiker (sacharine was toen verboden) en pasteuriseerde deze met de warmte van de stoomketel.

Oud Beersel versus 'Nieuwe Brussel'

Egidius had twee dochters en één zoon, Henri (1926). Zoon Henri studeerde aan het I.N.I.F. (Institut National des Industries de Fermentation) en werd brouwingenieur. Hiervoor liep hij, voor hij in 1948 zijn diploma haalde, onder andere stage in de brouwerijen "La Chasse Royale", "Impériale" en "La Marine", ondertussen alle reeds verdwenen. Omdat het ouderlijk bedrijf te klein was voor twee man ging hij werken in een laboratorium. Toen echter zijn vader in 1953 plots kwam te overlijden stopte Henri bij zijn baas en nam de brouwerij - stekerij over. Hij breidde vanaf 1954 de brouwcapaciteit uit tot de huidige 50 hl per brouwsel. Tevens gaf hij de brouwerij de naam Oud Beersel, om zich af te zetten tegen wat hijzelf "Nieuw Brussel" noemde. De zaken floreerden en Henri kocht in 1959 een Opel Blitz om bier te vervoeren in de streek.

Levend museum

Als eerste vormde Henri zijn brouwerij in 1973 om tot een "levend museum": het herbergt diverse antieke toestellen, waarvan sommige nog steeds gebruikt worden omdat hij steeds is blijven werken op traditionele wijze. Echter dankzij zijn studies had hij meer inzicht in de brouwproblematiek waardoor zijn bieren steeds beter werden. Wanneer hij in 1991 de pensioengerechtigde leeftijd bereikte, liet hij de brouwerij over aan zijn neef Danny Draps, zoon van zijn zuster. Zijn eigen zoon Hubert was niet geïnteresseerd in een voortzetting. Danny is in de brouwerij en in het café, dat hij samen met zijn vrouw uitbaatte, opgegroeid en assisteerde tijdens het brouwen nonkel Henri.

Bottelen buiten de deur

Tot 1988 werden de bieren van Oud Beersel; oude geuze en oude kriek, intern gebotteld. Maar investeren in een nieuwe afvulinstallatie is voor een klein bedrijf als Oud Beersel niet verantwoord en daarom werd het bottelen voortaan uitbesteed aan collega brouwer/steker Brouwerij Boon, die daar beter voor is uitgerust.

Sluiting

In 2003 besliste Danny om zijn roerstok aan de muur te hangen en werd het café verkocht. Al het bier van de brouwerij werd overgenomen door Brouwerij Boon en verder verkocht door Brouwerij 3 Fonteinen.

Doorstart

Met de sluiting van de brouwerij zagen Gert Christiaens en Roland De Bus hun lievelingsbieren verdwijnen. Na veel overleg met Henri besloten Gert en Roland de brouwerij over te nemen om dit cultureel erfgoed te bewaren. Zij heropenden officieel op 25 november 2005 de brouwerij onder het oog van menige bierliefhebbers.

Op 18 januari 2006 trad Oud Beersel toe tot de HORAL en precies een half jaar na de officiële heropening van de brouwerij, op 25 mei 2006 bracht Oud Beersel in zeer beperkte hoeveelheid haar eerste flessen Oude Geuze en Oude Kriek Oud Beersel uit. 125 jaar na de oprichting en vijf generaties verder, gaat de brouwerij een rooskleurige toekomst tegemoet waarbij alles in het werk gesteld wordt om de traditie van de lambikbieren te beschermen en kenbaar te maken.

Te veel administratieve tijd

Sinds de herstart, in 2005, tracht hij de traditionele brouwerij om te vormen tot een moderne en efficiënte onderneming. Oorspronkelijk richtten de nieuwe eigenaren zich vooral op de bierproductie en de verkoop. Geleidelijk konden ze het klantenbestand uitbreiden. Op een bepaald moment nam de administratie echter zo veel tijd in beslag, dat een investering in IT zich opdrong. Gezien het beperkte budget wendde Gert Christiaens zich tot Ultimate Makeover.

Ultimate Makeover

Oud Beersel heeft deze Ultimate Makeover van 2009 gewonnen. Dat is een actie van Microsoft en partners die peilt naar het gebruik van de ICT-omgeving bij KMO’s in België en Luxemburg. De winnaar van de Makeover krijgt onder meer een volledig vernieuwde ICT-omgeving cadeau. De implementatie bij Oud Beersel was in handen van partner IT1.

Oud Beersel is nu een van de eerste Belgische bedrijven die werken met het extra snelle, nieuwe besturingssysteem Windows 7 Professional. Bovendien kreeg de onderneming Windows Small Business Server 2008, die functies omvat zoals e-mail, intranet, externe toegang, ondersteuning voor mobiele apparaten, bestands- en printerdeling, back-up, centrale gegevensopslag en centraal gegevensbeheer en virtualisatie dankzij de Hyper-V-technologie.

Als klein maar ambitieus bedrijf is de brouwerij dankzij deze vernieuwing klaar voor verdere groei. Het kan zijn klantenbestand uitbouwen en de afnemers wereldwijd een betere service bieden.

Vrijwilligers

Gert Christiaens leidt samen met vader het bedrijf. Daarnaast is er ook de VZW ‘De Geuzen van Oud Beersel’. Deze vrijwilligers organiseren brouwerijbezoeken in Oud Beersel en werken aan de uitbouw van een brouwerijmuseum, een brouwerijwinkel en een brasserie.

Modern ondernemen in een oude traditie

Gezien de beperkte omvang van de onderneming, besteedt de brouwerij zo veel mogelijk diensten uit. De traditionele aspecten van het brouwen gebeuren bij Oud Beersel zelf, maar voor de industriële processen werkt de organisatie samen met een andere brouwerij. Er worden capaciteit en arbeiders gehuurd indien nodig, en ook de opslag en de verdeling gaan via externe firma’s. Op die manier wil het familiebedrijf zo efficiënt mogelijk werken met de beschikbare medewerkers en middelen.